CXXXI1 laatste mannelijke telg van het Huis van Orarije-Nassau is tot zijne vaderen ingegaan. Het gaat onze zwakke krachten te boven, in korte woorden te schetsenhoeveel het vaderland in dezen Vorst verloor. Trouwens, in een land als het onze is dit zeker onnoodig. Daar, waar Vorst en volk altijd vereenigd voorwaarts gingen op den weg van vooruitgang en beschaving, waar de band, die beiden vereenigde, door iedere belangrijke gebeurtenis in onze Geschiedenis steeds nauwer werd aangehaaldzal ieder met diepen weemoed staren op het graf van dezen Koning, die gedurende meer dan veertig jaren lief en leed met zijne onderdanen heeft gedeeld. Maar wij slaan hoopvol den blik op tot Haar, die Hij ons achtergelaten heeftals een dierbaar kleinood. Willem de Derde heeft zijn vermoeid hoofd in vrede neergelegd, in het bewustzijn, dat Zijne onderdanen Zijne Dochter zullen eerbiedigen en liefhebbenzooals zij Hem zeiven altijd trouw gebleven zijn. Wilhelmina, Koningin der Nederlanden! Wij hebben U lief, omdat Gij in Uwe trekken het beeld van een Oranje vertoont, omdat Gij het waart, die in de droeve dagen Zijns levens een glimlach wist te tooveren op de lippen van Uw' vader, omdat wij in U de voortreffelijke eigenschappen Uwer dierbare Moeder terugvinden. Moge het den Hemel behagen onze jeugdige Koningin te doen opgroeien tot heil van Neêrlands volk. En wanneer het uur eenmaal daar is, waarop Zij Hare onderdanen zal oproepen, om Haar troon tegen vreemd geweld te beschermen, moge het ons dan vergund

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 136