CXXXIX dood" werd gefluisterd en een rilling vloog door de gelederen. «Booghmans dood" zuchtten zij, die hem slechts van aanzien kenden, getroffen; »Pim dood" snikten zijn vrienden. Konden twee woorden ooit dieper treffen Het korps verloor in hem een gul bescheiden, trouw en openhartig makker; zijn kring in hem een warm, oprecht en dierbaar vriend. Hij was hun vreugde door zijn blijden levenslust en warme vriendschap, hun trots door zijn stouten aanleg, die hem een voorbeeld maakte voor ons allen. En nu nu zouden wij hem nooit meer zien, nooit meer hooren dien lach, nooit meer die stem en dit zonder dat iemand hem een laatst vaarwel had toegeroepen. Dat was hard, te hard om te beseffen in dat ééne oogenblik. Zaterdag bewezen wij de laatste eer aan den ons ontrukten makker en vriend en hoe wij in die dagen ook door een traan verlichting vonden voor ons over- kropt gemoed; hoe lauterend bij die open groeve een zacht gevoel van weemoed op ons werkte, nog menige snik getuigde, dat niet allen rust en vrede hadden weer gevonden. Maar dat zal beter worden, Pim. Het beeld, dat oprijst als wij u herdenken is te zacht, te liefderijk, dan dat wij daarbij niet een weldadige kalmte zouden kunnen vindenhet wekt ons met zijn vriendelijken blik uit die diepe blauwe oogen op tot berusting, tot treuren, treuren in gelatenheid, getroost door de gedachte: 't Is better to have loved and lost Than never to have loved at all,"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 143