EEN OÜD-STRIJDEE 't Is eene groote zaalmet een groot publiekeen groot orchest, eene groote hitte, waarin ge binnen geleid wordt. De muziek is goed, ja uitmuntend. Statig klinken u de tonen van Glück's Andante in de ooren. Ge lukkig voor de kunstminnaars heerscht er eene doodsche stilte in de zaal; met ingehouden adem luisteren zij toe, terwijl het hier natuurlijk niet ontbrekende lief hebberij-publiek zalig glimlachend de prachtige ver sieringen van de hel verlichte zaal opneemt. De laatste tonen van het stuk zijn nauwelijks weg gestorvenals plotseling een daverend applaus, gepaard gaande met een schuiven van voeten, een gerinkel van glazen, gekletter van ijzeren tafelpootende zaal vervulten menigeen uit zijne betoovering wekt en anderen gelegenheid geeft aan hunne geestdrift door bravo-geroep lucht te geven. «Prachtig, prachtig! vindt u dat niet verrukkelijk l hoort men aan bijna alle tafeltjes Vroolijke oude heerenjolige jongere lui en coquette dames, allen geven op hunne manier hunne bewondering te kennen. Slechts weinigen blijven onverschillig; het zijn de oprechte lui,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 163