13 tot mijn ongeluk achter, om hier nog wat van het leven te genietenvoor ik de militaire loopbaan in Indië betrad. Dit was mijn ongeluk. ïn dien tijd leerde ik een beeldschoon meisje kennen, 't Was op een schitterend bal, dat ik Adèle het eerst zag; nooit vergeet ik dien avond. Ik maakte kennis met hare familie, eene uit den rijken koopmansstand, en binnen kort wist ik, dat mijne liefde beantwoord werd." De gedachten van den ouden heer schenen lang zamerhand af te dwalen; hij begon meer en meer tot zichzelf te spreken. Nelly stoorde hem niet in deze alleenspraak. «Adèle was mooi, heel mooi zelfs en ze had mij werkelijk lief. De wereld sprak glimlachend van «enfin hij doet wijs, ze is rijk", maar bij God daarom had ik haar niet lief. Het huwelijk zou plaats hebbenals ik een jaartje in Indië was. Ik verliet Holland geheel terneergeslagen met een gevoel bij me, alsof ik haar voor altijd had achtergelaten. Adèle schreef trouw't waren brieven zooals zij alleen die schrijven kon Toen ik eene week of wat te Batavia was, ontving ik echter een brief, waarin zij mij meldde, dat ze ziek was geworden; het teere kind had eene zware koude gevat, het klimaat van dit land zou haar doodelijk worden. Langen tijd schreef ze niet; van hare ouders vernam ik, dat haar kwaal verergerde. Ze vertrok naar het Zuiden. Wat mij in dien tijd bezielde, weet ik niet; ik dacht krank zinnig te worden. Ik was intusschen te Willem I geplaatst en woonde bij Ed. in; hij wist alles, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 171