J
jf©©to
16
»Ik trok me langzamerhand geheel terug en de
heerlijke muziekavonden gingen voor mij verlorenze
leden er niets onder, want ik was vervelend geworden.
De liefde was mij echter te sterk en toch verboden
mij Adèle's beeld en de gedachte in Ed's oogen eerloos
te handelen, daaraan toe te geven. Ik vroeg mijne
overplaatsing en verwachtte die binnenkort."
Er heerschte eene wijl stilte.
»Eens op een avond kwam Ed van eene partij
juist toen ik reeds te bed lag. Hij kwam mij wakker
makenen scheen mij dus iets belangrijks te moeten
vertellen
't Was ook gewichtig.
De oude krijger glimlachte treurig.
»Ed was erg opgewonden, hij greep me bij de
hand en begon: Henri, beste kerel, je kunt me
gelukwenschenik ben de gelukkigste man ter wereld.
Je kent Nelly van Gruisbeeknu die engel heb ik
van avond mijne liefde verklaard en zij bemint mij
je wist er niets van hé Jaik wilde eerst zeker
van haar zijnvóór ik het je verteldeHenri."
Ik dachtdat Ed me een dolksteek toebracht
beste, goede broer, hij wist niet hoe hij mij wondde.
Dadelijk kwam bij hem de broederliefde boven."
Ja, Henri, ik begrijp, dat je me benijdtarme vent,
ik hoop gelukkiger te zijn dan jij."
«Den volgenden dag eerst wenschte ik hem geluk.
Ik was ziek geworden."
Nelly werd mijne schoonzuster en jij haar eenige
dochter, mijn nichtje."
De stem van den ouden heer beefde bij deze woorden.