e zon gaat open helder schijnt Zij over veld en beemden; Het donker van den nacht verdwijnt, Aurora laat zich melden. En jublend stijgt de leeuw'rik op Tot in de hoogste sfeeren; Hoe vroolijk klinkt uit hoogen top Zijn lieflijk kwinkeleeren. Doch ginds in 't scheemrend morgenuur Krom over 't werk gebogen Zit Neêrlands hoop, met zuur gezicht En slaapbevangen oogen. Flauw brandt het gas, benauwde lucht Blijft daar hun werk omgeven, Zoo zit men daar, en vost en zucht, Dat is examenleven. Feco. 2^J5S&—JL_.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 176