f 23 lichtzinnigheid grensde. Een gebrek aan zijn gezichts vermogen had hem reeds vroeg van eene militaire loopbaan doen afzienietsdat hem zeer gespeten had maar waarover hij zich toch spoedig had weten te troosten. Toen zijn broeder naar Indië ging, studeerde Henri reeds eenigen tijd te Leiden in de medicijnen, hoewel zijne examens niet schitterend van stapel liepen. On danks de vermaningen zijner moeder, die geen enkele gelegenheid liet verloren gaan om haar zoon aan te moedigenkon hij zich maar niet ernstig aan de studie wijden. Onder zijne vrienden en hij had er vele aan de Academie bevonden zich tal van gefortuneerde jongeliedeneen valsche schaamte hield Henri terug naar zijn vermogen te leven en bracht hem er van lieverlede toe schulden te makeneerst kleinere, die mama schoon zuchtende voldeed, langzamerhand grootere, die hij voor haar geheim hield, en gedeeltelijk betaalde van zijn bescheiden maandgeld of wel met sommen, van zijne kameraden geleend. De moeder bemerkte hiervan niets. Wel wist zij dat haar zoon groote uitgaven deed, maar zij bestreed deze door zichzelve alle genoegens te ontzeggen. Dat Henri schulden haddaarvan had zij niet het flauwste vermoeden, dit was immers regelrecht in strijd met de beginselen, die zij haren kinderen van hun prilste jeugd af had ingeprent. Bij één althans was het zaad in vruchtbare aarde gevallen: Willem had in 't verre Oosten de raad gevingen zijner moeder niet uit het oog verloren. Uit

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 181