1
4»
J
24
al zijne brieven sprak zijne onveranderde, kinderlijke
liefde. Hij verheugde zich in de achting zijner meer
deren in de vriendschap zijner kameraden. Hij had
zich geheel en al aan den dienst gewijd, en leefde
hoogst eenvoudig, zoodat hij er zelfs in geslaagd was
eenig kapitaal over te sparen, dat hij trouw per wissel
naar huis zond, aan zijne moeder de wijze overlatende,
waarop deze zijne spaarpenningen wilde beleggen.
Willem was dan ook, nog meer dan vroeger, de
ridder van haar hart. Elk bezoeker moest van haar
hooren, welk een knappen zoon zij had, welk *eene
schoone loopbaan hem wachttehoe trouw en liefderijk
hij voor zijne «oude" moeder was, en in de lange
dagen die zij in eenzaamheid moest slijten, wanneer
Henri in Leiden was, bracht zij haar tijd door met
het lezen en herlezen van Willems brieven. Dikwijls,
wanneer Henri 's avonds laat thuis kwamhad hij
zijne moeder aangetroffenin droefgeestig gepeins ver
zonken voor het portret zijns broeders.
Vier lange jaren waren sedert het vertrek van
Willem verloopen, zonder dat eenige merkwaardige
gebeurtenis den gewonen gang van zaken in het kleine
gezin verstoord had. Willem was intusschen tot eersten
luitenant bevorderd en sedert een paar maanden te
Atjeh, waar hij, zooals hij schreef, den vuurdoop
hoopte te ondergaan. Tot nog toe hadden al zijne
krijgsverrichtingen zich bepaald tot eenige onbeduidende
patrouillegevechten. Zijne moeder had zich aanvankelijk
ongerust gemaaktmaar Willem had haar angst spoedig
verdreven er sneuvelden immers zoo weinig soldaten
laat staan officieren!
c