t
J
28
en die kolossale winsten beloofde. Hoe langer men
wachtte, en hoe meer aandeelen er in omloop zouden
zijn, des te hooger zou de prijs worden.
Zwaar werd Henri door deze tijding getroffen. Een
half jaar had hij gewerkt en gezwoegd, zich alle
genoegens ontzegd, waarop een jongmensch van zijn
leeftijd aanspraak maken kon en nu was alles voor
niets. Wat was nu het gevolg van al die lange ont
houding, van die volhardende studie, die hem zooveel
moeite kostte, en waaraan hij zich met zooveel zelf
verloochening gewijd had?
Alles, alles was voor niets geweest nu moest
Willem alles te weten komen en zijne schande in een
helder daglicht geplaatst worden.
Daar zag hij in hevige gemoedsbeweging op, en
zijn blik ontmoette het portret zijns broeders, die hem
met zijn trouwe oogen verwijtend scheen aan te zien.
Zijn eigen broeder door hem bestolen! Ja, stelen was
het geweest, toen hij zich aan Willems geld vergrepen
had; dat geld, met zooveel moeite bijeen gegaard,
had hij voor een deel gebruikt om zijne schandelijke
schulden te betalen.
En toen hij zich omkeerde, zag hij zijne moeder
in stomme smart in een armstoel gezonken. Bij dezen
aanblik ontsnapte een rauwe kreet zijn borst die
smart was te groot, zooveel straf had hij niet verdiend.
Hij kon het gezicht zijner bedroefde moeder niet langer
verdragen en verliet het huis. Elders wilde hij trachten
verlichting te vinden voor zijn leed.