31 had haar uitgaven zoo mogelijk nog verminderd, reeds had zij gehoopt eerlang de schuld te kunnen aflossen en nu was alles, alles weg, geen hoop voor de toe komst, geen enkel lichtpunt aan den donkeren hemel. Zij nam de pen ter hand om de droevige tijding aan Willem mede te deelen, maar geen woorden kon zij vinden om haar Henri en zichzelve te verontschuldigen; met een gebroken hart onderwierp zij de zaak aan de edelmoedigheid van haar lieveling, riep zijne toegevend heid in jegens zijn broeder, en eindigde met betuigingen van haar hoop op een betere toekomst. Later, schreef zij als Henri eens geplaatst waszou hij ongetwijfeld zijn schuld afdoen; al was dit hem vooreerst ook onmogelijk. En toen deze noodlottige brief verzonden wastelde zij met een beklemd gemoed de dagendie nog ver- loopen moesten voor Willem haar schrijven zou ont vangen. Zij huiverde bij het denkbeeld van zijne ontsteltenis en smartwanneer hij zich bedrogen zou zien in zijne schoonste verwachtingen Ongeveer een maand na deze gebeurtenis zat op een prachtigen Juli-avond de 1ste luitenant Van Bregel uit te rusten van de vermoeienissen van den afgeloopen dag. Sedert eenige weken bevond hij zich op een ver vooruitgeschoven post, afgezonderd van de buiten wereld en zonder eenigen anderen omgang dan met zijne manschappen. Zijn tegenwoordig verblijf leverde weinig aantrekkelijks op. Een hoogst eenvoudig ver trek voor den officier-commandant, een zaal voor de r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 189