32 manschappen en een lokaaldat als wacht dienst deed ziedaar nagenoeg alles, wat de post te L. voor merkwaardigs opleverde. Langzaam gingen de dagen voorbijde vijand liet niets van zich merken en scheen ook vooreerst geen aanvalsplan in den zin te hebben. Zijne eenige uitspanning zou een brief van huis geweest zijn maar ook deze liet zich wachten. Over een maand hoopte hij ontheven te worden van zijne betrekking als postcommandant, en dan zouden zijne geldzaken wel geregeld kunnen worden. Hoe verheugd zou zijne moeder zijn, wanneer hij over vijf, zes jaar in Nederland terugkeerdeHet was nog wel een lange tijd, maar hoop doet leven, en zijne eerste jaren als luitenant waren immers letterlijk voorbij gevlogen In zijne verbeelding schilderde hij zich het wederzien in de schitterendste kleuren af. En hij verplaatste zich weder in die kleine, vriendelijke huiskamer; hij zag zijne moeder voor zich, met haar liefderijke oogen tot hem opziende, hij hoorde hare vriendelijke stem en tranen verduisterden zijn gezicht. Hij stelde zich ook zijn broeder voor, inmiddels gepromoveerd tot dokterals een flink maneen hechte steun voor hun oude moeder. En toen scheen de tijd hem toch nog zoo lang, zoo bitter lang toe! Daar werd zachtjes op de deur geklopt, een ordon nans van 't hoofdkwartier aangemeld en binnen gelaten. Hij overhandigde den luitenant twee brieven; de eene is eene order, de andere Willem kon een uitroep van vreugde niet weerhouden, dat schrift kende hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 190