39
hij, na de steile trap opgeklommen te zijn, de voor
kamer binnentrad.
Daar zat zijne moeder het hoofd verborgen in
hare vermagerde handen. Voor haar lag een brief
een brief met een zwart lak! Zij scheen de komst
van haar zoon niet opgemerkt te hebbende doodsche
stilte in het vertrek werd slechts op eene akelige
wijze afgebroken door het eentonige getik der pendule.
Moeder", klonk het beklemd van zijne lippen. Die
stem kende zijals uit een droom schrikte zij wakker.
En toen zij weenende aan de borst van haar zoon
nu haar eenige neerzonk, fluisterde zij snikkende:
«Willem is dood en hij heeft het nooit geweten".
Hij had het nooit geweten. Want bij het lange,
van diep medelijden sprekende schrijven, dat voor
haar lag, had eene vriendenhand haar laatsten brief
ingeslotenhij was gevonden bij het lijk van haar
zoon. Het couvert was nog gesloten.
Hij had het nooit geweten en zou nimmer, nimmer
vernemen wat zijn broeder jegens hem misdreven had.
Zacht rustte hij nu onder de groene palmen van het
schoone Insulinde. De onverbiddelijke dood had hem
voor zijn tijd weggerukt uit het rijk der levenden,
om zijn naam met onuitwischbare letteren neer te
schrijven in het groote boek dier heldendie ver van
het lieve Nederland voor de eer van onze driekleur
gevallen zijn.
Maar hij stond daarde verloren zoonde ontrouwe
broeder, in het volle besef der schuld, die op hem
rustte. Aan zijne borst lag de troostelooze moeder;
hij voelde hare heete tranen op zijn hand neervallen.