45 reveilles en drukkende discipline! Maar vraagt het uwen Nestors of voormaligen kameradenZij denken met pleizier terug aan die angstige tijden tusschen hoop en vreeszoo 's morgens vroeg met geeuwhonger en een leege maag en een leeg hoofd; zij vonden het wat aardig, die kudde baren, als lammeren samen geschoold op donderenden toon hun verlangen kenbaar te makenen zij denken met pleizier terug aan die oefeningenwaarin officieren hun best dedenom van hen bruikbare en kundige officieren te maken. 0, wat spreekt uit dit alles geen Poëzie, kon die maar direct begrepen wordenMaar wat ontbreekt eraan? »Uw hart." Hoe denkt gij later niet terug aan uw vriendenkring, wanneer gij slechts vreemde gezichten om u heen ziet, die zich niet voor u interesseerenwanneer het koude Proza u dreigt te omstrikken. En wat deedt ge toen? Werktet ge allen wel samen om elkaar het leven te veraangenamengijdie gedurende vier en meer jaren alles van elkaar moet hebben, wat omgang betreft? Maar u ontbrak een warm hart, daarom bleef alles kil en onvruchtbaar. Gij waart koud en doodsch, maar niet de omgeving, waarin gij waart, verkeerdet, leefdet. «Maar door wrijving polijsting!" Enfin, in uwe handelwijze zit dan ook weer Poëzie, het leven is toch gek en practisch. Vergeet echter niet, dat men met fijne instrumenten moet polijstenmaar niet met sabelhouwen de oneffenheden verwijderen; dan blijven er kloven enwonden. Het eerste is poëtisch, het tweede prozaïsch. Hoe handeldet gij?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 203