f~
J
QLan Sen cftCefö t
Oud-Cadet J. J. A. GAADE.
~xx~
^M\Wie voe^ zyn n^et sr]dler kloppen,
Wanneer hij hier de beelt'nis ziet
Van U, die ginds in verre landen
Voor Neerlands eer het leven liet;
Van U een uit die schaar van dappren,
Die slechts van overwinnen weet,
Die steeds, waar zij haar kracht kwam toonen,
Den woesten vijand siddren deed.
Schoon in Uws levens bloei gevallen
Werd toch Uw naam met eer vermeld,
En gaaft gij van Uw koenheid blijken
Gij streedt als man en vielt als held
En werd Uw baan, nauw aangevangen,
Door d'ijzren hand des doods gestoord,
Uw sterfbed is bedekt met lauwren
Uw naam leeft eeuwig met ons voort.