J
52
dood van uw moeder uit het oog verloren hebben
zijt gij nog steeds in onze herinnering blijven voort
leven. En nu zijn wij mijn woning genaderdwaar
gijnaar wij hopen voor langen tijdonbeperkt heer
en meester zult zijn".
De schelpen kraakten onder de wielen van het
rijtuig, en beiden traden het huis binnen.
Den volgenden morgen was Yan der Hoeven reeds
voor dag en voor dauw op weg naar het dorpin de
meest opgeruimde stemming wandelde hij voort, rechts
en links van zich de gele korenvelden, afgewisseld
door dennenhout of nog woeste heide, alles beschenen
door de stralen der morgenzon; nu en dan klonk het
ietwat wantrouwend uitgesproken «goeden morgen"
van een boer, die den vreemden indringer verwonderd
aanzag. Maar hijverre van zich vreemd te gevoelen
was hier reeds geheel thuis, en had den indruk alsof
hij de familie Van Dalen reeds jaren lang gekend
had. Het waren allerliefste menschen, die de gast
vrijheid hoog in eere hielden, en naast de middelen
en den goeden wil ook den juisten tact bezaten, om
het hun' gasten zoo aangenaam mogelijk te maken. Hij
beschouwde zich dan ook als oud vriend van den
huize, waartoe de wederzijdsche herinneringen het
hunne bijdroegen.
«Mijnheer Van der Hoeven", had Amélie gezegd, en
zij had daarbij met onweerstaanbare coquetterie een
centenaarslast op het woord mijnheer gelegd«mijnheer
Van der Hoeven, uw geheugen schijnt op dat punt
minder goed te zijn dan het mijne; ik herinner mij
uw' voornaam ten minste nog heel goed, en u schijnt
<r