t- 'CÜlk droeg hare beelt'nis zoo trouw in mijn hart, Ik kende slechts vreugdeen wist van geen smart, Ik had wel voor haar willen sterven Daar schrijft mij een vriend een gevoelvollen brief, Ze is me ontrouw gewordenzij had mij niet lief Daar ligt mijn geluk nu aan scherven. Verwelkt zijn de rozen, die liefde mij gaf. Nu kan 'k slechts verlangen naar 't eenzame graf. Hoe wreed ach! heeft zij mij verlaten. Maar wat helpt mijn klagen wat baat mijn gemor? Het blijft in mijn harte toch steeds even dor En de wereld die laat mij maar praten! Adrivir. 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1891 | | pagina 231