t
J
e©
88
de eerste ontmoeting maakte hare bevallige verschijning
een' diepen indruk op onzen huzaar; spoedig was hij
doodelijk verliefd op Hermine en zoo werd een klein
half jaar na de komst der familie Van Rodenburgh te
W. het engagement tusschen Hermine en René Molen
schot publiek.
Onder de vele benijders van René behoorde luitenant
Diepenheim der veldartillerie, die eveneens te W. in
garnizoen lag. Diepenheim was zeer rijk, zag er
niet kwaad uit en kon zich in alle opzichten met
Molenschot meten. Zonder zijne ijdelheid zou hij dan
ook zeker, evenals deze, bij zijne kameraden zeer
bemind zijn geweestdoch dit gebrek wekte maar al
te dikwijls den lachlust der andere officieren op en
maakte hem tot voorwerp hunner grappen. Dit ver
beterde hem echter niet, maar scheen integendeel het
kwaad nog erger te maken. Men kan zich dus zijn
spijt voorstellentoen hij eene aankondiging ontving
van het engagement van René en Hermine. Dit was
de gevoeligste slag, dien men aan zijne ijdelheid had
kunnen toebrengenhij brandde dan ook van verlangen
zijn'door 't geluk begunstigden mededinger deze neder
laag betaald te zetten.
Na deze uitweiding keeren wij tot onzen wandelenden
cavalerist terug, die om vier uur in de kazerne moest
zijn. Daarna ging hij met zijn' besten vriend, luitenant
Van Nesselrode, naar de sociëteit, waar zij plaats
namen in den kring van jonge officieren, die er eiken
middag bij elkaar kwamen, en René kreeg een stoel
tegenover Diepenheimdie inwendig juichteomdat
zich nu misschien wel eene gelegenheid zou voordoen