93
wat je zegt. Maak het mij toch niet zoo moeilijk,
mijn eer staat op het spel. Ik kan het niet doen.
Heb mededoogen met mij." Maar Hermine bleef onver
biddelijk zij wilde hem doen toegeven't mocht
kosten, wat het wilde. «René, je weet het, mijn
liefde ofZij voltooide haar zin niet, toen zij
hem daar zag zittenmet de ellebogen op de knieën
het hoofd in de handen, als het beeld der wanhoop.
Medelijden en genegenheid worstelden in haar hart
tegen den wil haar zin door te drijven. De duivelin
der heerschzucht behield de overhand. »René, mijn
jongen, duelleer niet." De huzaar gaf geen antwoord;
eindelijk hief hij het hoofd op; zijn besluit was ge
nomen. Hij zag zijn meisje met een langensmartelijken
blik aan en zei: «Hermine, je doet mij den dood aan,
maar mijne eer zal onbevlekt blijven." «Is dat je
laatste woord, René?" «Mijn besluit is onwankelbaar,"
antwoordde hij treurig, maar vastberaden. Dan is
alles uit tusschen ons." René stond op en wankelde
naar de deur; daar draaide hij zich nog eens om.
«Hermine, is 't heusch ernst." «Ja. Ik weet wat ik
wil." De deur viel in 'tslot; Hermine was alleen.
Op zijne kamers gekomen, schreef René, nog be
dwelmd door hetgeen straks was voorgevallen, een
afscheidsbrief aan zijn ouders, voor 'tgeval hij in
't duel mocht vallen en bleef verder den ganschen nacht
half wezenloos voor 't geopende venster naar de lucht
zitten staren. Toen Nesselrode en Austin hem den
volgenden ochtend vroeg in een jachtwagentje kwamen
afhalen om naar de gewezen plaats te gaan, waren
beiden getroffen door René's uiterlijk. Die doffe oogen,