94
die verwarde harendie door pijn verwrongen gelaats
trekken maakten hem bijna onkenbaar.
Nesselrode vroeg hem, of hij ook een of ander te
bezorgen had, indien de zaak eens slecht eindigde,
waarop René hem den brief aan zijne ouders ter hand
stelde. Verwonderd, dat René hem niets voor zijn
meisje gaf, zei NesselrodeMoet Hermine niets hebben
René antwoordde niet, maar schudde treurig met het
hoofd.
De heeren gingen naar beneden en namen plaats in
het wagentje dat in vlotten draf wegreed. Hoe
meer het rijtuig het doel van den tocht naderde, des
te bedaarder werd René en toen men de groeten met
de tegenpartij gewisseld had, de plaatsen ingenomen
en de pistolen geladen waren, zag hij er bijna kalm uit.
René had het eerste schot en miste, rustig wachtte
hij den kogel van zijn' tegenstander af. Deze brandde
los; hij voelde een stekende pijn in den linkerarm,
en toen de geneesheer hem onderzocht, bleek het, dat
hij een schampschot in den linkerbovenarm had ge
kregen. Dadelijk werd hij verbonden en de strijd
werd voortgezet.
Onze cavalerist vuurde weer, en toen het schot
gevallen was, stortte Diepenheim achterover; zijn
rechtersleutelbeen was verbrijzeld. De gewonde was
bewusteloos; de twee doctoren brachten ten spoedigste
een voorloopig verband aan en transporteerden hem
vervolgens naar huis.
Rij den terugkeer sprak René weinig en ook zijn
secondanten waren vrij stil. Voor zijne woning ge
komen, dankte hij beide heeren met enkele woorden