J
96
Vergeef me en vergeet mijne woorden van gisteren!"
Maar daarna viel hij weer in steeds grootere neer
slachtigheid terug. Neenhet was onmogelijkDe
Hermine van heden was niet meer zijne aangebedene
verloofde. Zij had zich gisteren in al hare heerschzucht
aan hem vertoond; hij had gezien welke duivelsche
macht haar hart beheerschte. Hermine beminde hem
niet. Zij wilde hem slechts bezitten om den pnaf-
hankelijken man, dien zij kende, aan zich onderworpen
te hebben. En dan nog! Al kon hij de scène van
gisteren vergeten, zelfs dan mocht en wilde hij zich
niet meer met haar verzoenen. Eene vrouw, die in
een gril, uit heerschzucht de eer van haar' man in
gevaar brachtdie hem om haren wil door te drijven
eerloos zou maken, kon zijne echtgenoote niet worden.
Neen, neen, duizendmaal neen. Zijne eer moest hij
hoog houden, en die duldde niet, dat Hermine zijne
vrouw werd.
Razende droefheid overviel hem bij deze gedachten,
die steeds weer in zijnen geest opdoemden. Het klopte
en hamerde hem in zijn hoofd; zijne aderen zwollen
en dreigden te bersten, zijne borst zwoegde op en
neer, zijn adem stoktehij dacht krankzinnig
te zullen worden. Alles in de kamer dwarrelde voor
zijne oogen; toen werd het donker rondom hem; hij
zag niets meer.
René had ongeveer een uur bewusteloos gelegen,
toen hij weer bijkwam. Verbaasd sloeg hij de oogen
op, hij lag op den grond en voelde nog hevige pijn
in het hoofd, maar herinnerde zich eerst niets van
hetgeen voorgevallen was. Langzamerhand kreeg hij