C
J
ooit vergeten zal, hoeveel wij aan zijnen arbeid ver
schuldigd zijn. Wel wenschen wij echter op deze
wijze uiting te geven aan de gevoelens van eerbied en
ontzag, welke, naast die van innige sympathie, ons
jegens den Majoor Van der Heide vervullen, en de
hoop uit te drukkendat het Cadettenkorps een
gunstigen indruk op hem moge liehben achtergelaten.
r