t J 29 wdienst" die hem bij zijne familie hield. Mevrouw lachte en hielp Willem de conversatie aan den gang houden. Wij zullen Keste rustig het hof laten maken om een stap in het verledene terug te doen. Zooals gezegd is, kenden Lonnie en Willem elkander al zeer lang, zoodat ze met elkander zeer gemeenzaam waren. Nu was er ééne zaakwaarnaar hij sinds geruimen tijd verlangde, en dat was een portret zijner Lonnie. Hoe dikwijls had hij haar hierover al niet aangesprokenhij had daarbij telkens op haar gemoed gewerkt, het zou hem zoo goed doen daar ginds (hij meende de academie) het beeld van iemand voor de oogen te hebbenaan wie hij niet kon denken zonder ge voelens van den hoogsten eerbied. Het zou zijn ijver aanwakkerenhem terughouden van eventueele mis stappen een beschavenden invloed op hem uitoefenen kortomhij putte al zijne welsprekendheid uit om zijn doel te bereiken, maar vergeefs, Lonnie lachtte bij zijn smeekenmaar verder kwam hij niet. Zij noemde Willem een dommen jongen en vroeg hemwat hij wel van haar dacht. Zij wist heel goed, hoe het onder die jongens toeging. Zoo'n arm portretje ging van hand tot hand; er werd gebabbeld en kwaad gesproken, neen daar kwam niets van in. Zoo stonden de zaken op den brandend heeten dag van ons verhaal. Te allen tijde hebben de blauwe hemel en de ruischende zee een onweerstaanbaren invloed op het menschelijk gemoed uitgeoefendhet is dus zeer goed mogelijk, dat ook Lonnie dezen invloed niet kon ontgaan. Terwijl Willem ijverig doorredeneerde, kwam bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 183