31
Dienzelfden avond stuurde Petrus Halm het postiek
van Willem netjes ingepakt terug maar eerst nadat
hij een oogenblik te voren zijne uniform per besteller
terug ontvangen had.
Bij het flauwe schijnsel eener kaars vinden wij hem
bezig met eene nauwkeurige inspectie zijner kleeding.
Dat in postiek loopen was hem niets bevallen. Hij
had den geheelen weg angstig om zich heen gezien,
steeds vreezende iemand te ontmoetendie hem kende.
Goddank hij was ongedeerd thuisgekomenal had
papa de grap ook ernstig opgenomen en hem een
uitbrander gegeven, die raak was. Ook had hij nog
in spanning verkeerd omtrent zijne uniform. Immers,
die Keste was er zoo ééntje!
Maar het pak was op tijd gekomen en nog al vrij
goed in oïde. Erg bestoven Willem had het toch
wel eens goed kunnen afborstelen. Halm deed de wijze
ervaring opdat men nooit iets moest uitleenen
je hebt er zelf maar den last van. En hij nam een
borstel om zijn dierbaar kleinood af te schuieren. Met
kalme streken deed hij elk stofje verdwijnen, en een
diepe zucht ontsnapte hem bij het zien der mishan
delde panden, die zich maar niet tot de oude plooi
lieten terugbrengen.
Plotseling daar viel iets uit den zak.
Wat is dat?
Halm bukte zich en nam het ons bekende couvert
op. Dit was niet gesloten. Hij bekeek het aan alle
kantennam den inhoud op en stiet een kreet
van verbazing uit.
Een damesportret!