32 Halm hield het portret hij het licht, krabde zich achter de oorenen grinnikte: Wel, wel wie zou dat gezegd hebben die Keste! Een meisje en nog wel een mooi meisje. Langen tijd stond Halm daar, met het portret voor zich. Lonnie's lieve oogen keken hem verwijtend aanmaar voor zoo iets was hij totaal onverschillig. In den blik op haar beeld gevestigd, lag geen eerbied geen zweem van bewondering. Hij hield zich met zulke dingen niet op. Maar hij dacht aan Keste aan zijne mishandelde uniform, aan het standje van papa en hij grinnekte weer. Nu kon hij zijne rekening vereffenen. Den volgenden dag kwam hij in gezelschap, daar zou Keste's geheim van mond tot mond gaan hij zou alles in kleuren en fleuren vertellen .en Willem zou er mede geplaagd worden en hijzelve gewroken. Of het origineel van het portret er ook door getroffen zou worden, dat denkbeeld kwam zelfs geen oogenblik bij hem op. Yoorloopig kreeg Lonnie's beeltenis een plaatsje op den schoorsteenin gezelschap van een scheurkalender en een woordenboek. Arme Lonnie! Tevreden en welvoldaan kroop Halm in bed en een oogenblik later snurkte hij in Morpheus' armen slaap wel! Den volgenden dag was het een en twintig jaar geleden, dat een der merkwaardigste bewoners der residentie het levenslicht aanschouwde. Genoemd per sonage, bij zijne kameraden in Breda algemeen als de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 186