33 «Zwarte' bekend, bekleedde sedert ruim drie weken de betrekking van luitenant in Harer Majesteits armee, lang genoeg om zich volkomen thuis te gevoelen in het vrije leven, dat voor hem stond, alvorens hij het lieve Nederland tegen zijn geboortegrond Insulinde zou verwisselen. Den geheelen avond was hij druk bezig geweest met toebereidselen tot de schitterende receptie van eenige gasten. De eerste verjaardag, als vrij man gevierd, moest ook luisterrijk gevierd worden. De juffrouw van beneden was al zuchtende honderdmaal de trap op- en afgedraafd om nieuwe bestellingen te verrichtensigaren te halenstoelen te sjouwenkortom, het goede mensch had alle redenen om dezen dag in haar geheugen te houden. Maar Goddank, aan alle dingen komt een eindeen toen de klok zeven uur sloeg, was alles in orde. De Zwarte vleide zich behaaglijk in een leunstoel neêr, stak eene sigaar op en wachtte op de dingen, die komen zouden. Een verdacht aantal flesschen stond in een hoek der kamer, glazen prijkten op den schoorsteen, in één woord, er ontbrak niets om den avond zoo gezellig mogelijk te maken. Een kwartier later klonk de bel. Mijnheer stond op, om zijn gast te ontvangen. Een zacht tikje op de deur weerklonk. Binnen De eerste gast deed zijne intrede. Het was ons aller vriepd Halm, een oud-dokstukje van den Zwarte, die vroeger zijn hokchef geweest was. «Dag, Jan van harte hoor", en na den jubilaris 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 187