J 39 Want nauwelijks had Van Mohren een blik op het hem zoo goed bekende portret geslagen, of het ont glipte aan zijne vingersen hij sprong met een ver vaarlijk gebrul op Halm toe: «Mijne zuster, schurk, mijne zuster!" Een oogwenk later was de strijd weer aan den gang, en tot schrik der aanwezigen rolden de beide heeren over den grond, elkander onthalende op een dosis vuistslagen, gepaard met hartelijke ont boezemingen van wederzijdsche antipathie. Glazen rinkelden, de vloer dreundestoelen vielen om. Toen de geregelde macht tusschenbeiden kwamwas het helaas te laat. Hetzij dat de wijn Halm had bevangen of dat Van Mohrens slagen er de schuld van droegen de arme jongen was macabre" en bleef netjes in zijn hoekje liggentoen de anderen er met veel moeite in geslaagd waren de tegenpartij te verwijderen. Jan was bleek en huilde als een kind. «Wat moet ik doen", kermde hij. «Zwarte, beste vriend, raad mij toch." Het was een aandoenlijk tafereel. Maar de beste vriend had op dat oogenblik genoeg te doen met Halm, die met zeer veel moeite en azijn met water zoover gebracht werd, dat hij de oogen opende en met verbaasde blikken om zich heen zag. Wij zullen U, lieve lezer, niet vermoeien met eene verdere beschrijving van dien heerlijken avond. Alleen verdient vermeld te wordendat alle pogingen om iets naders betreffende de herkomst van 't portret te vernemen, schipbreuk leden op het hardnekkige stil zwijgen van Halm, die eindelijk in een karretje werd thuisgebracht. Jan van Mohren werd onder den arm genomen en meêgesleept, onderweg Halm uitdagende r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 193