u
schuld, en genoot een oogenblik volop zijn triomf.
Maar slechts een oogenblik, want plotseling stond het
meisje op, barstte in tranen uit en verliet snikkende
het vertrek. Vrouwentranen missen zelden hare uit
werking, zelfs op een vertoornd broederhart. Jan
stond een oogenblik verbluft te kijken, stiet een soort
van verwensching uit, en vloog zijn zuster achterna.
«Lonnie!" klonk het door de gang. Geen antwoord
volgde. Jan ging de trap op, naar de kamer zijner
zuster, maar vond de deur gesloten. Zachtjes klopte
hij aan. Niemand opende, slechts een zacht gesnik
drong in zijne ooren. Zuchtend ging hij naar beneden.
Die meisjes, die meisjes!
En daarbinnen in het anders zoo gezellige kamertje,
was Lonnie op een sofa neergezonkenen bittere
tranen ontvloeiden hare oogen. Dat was nu het loon
voor hare verrassing. Waarom was ze ook zoo on
voorzichtig geweest, waarom had ze op zulk eene
wijze reden tot opspraak gegevenwaarom vertrouwd
op de beloften van iemand, dien ze wel heel graag
had mogen lijdenmaar die toch zeker in den grond
niet beter was dan zijne kameraden. Hoezeer had ze
niet gelijk gehad, toen'ze Willein's herhaald verzoek
had afgeslagen, bevreesd als ze was voor onbescheiden
heid van zijn kant. Maar zoo iets had ze toch niet
behoeven te verwachtendat Willem haar portret
dadelijk aan een vreemde zou schenkenen op zulk
eene lafhartige manier te pralen
Dat was valsch, dat was laaghartig gehandeld. Wat
stond haar nu te doen Naar Jan te gaan en hem
de toedracht der zaak te vertellen? Keste was zijn