j
52
echter met veel langzamer schreden dan zooeven
Van Mohren's woning. Eindelijk kreeg hij zijn huis
in het gezicht. Hij sloeg het oplettend gadeen
vroeg zich onwillekeurig af, welk venster wel tot het
vertrek zou behooren, waar het drama zou worden
afgespeeld.
Plotseling zag hij de voordeur opengaan, en eene
jonge dame verliet het huis. Hij had het noodlottige
portret te goed aangezienom het origineel niet
onmiddellijk te herkennen. Het was Lonnie Van
Mohren. Zij kwam hem te gemoet. Halm plaatste
zich zoo, dat ze hem voorbij moest gaan, zonder dat
hij in 't oog viel.
Zijn hoofd duizelde de gedachte kwam bij hem
op, haar aan te spreken en alles te zeggen; doch hij
durfde niet. Zij was voorbijzonder dat hij het wist.
Zonder een recht begrip te hebben van hetgeen hij
deed, volgde hij haar.
Zij liep zooals gezegd is met een vluggen tred.
Halm volgde als soutien, den voorgeschreven afstand
bewarende, langzamerhand het besluit vattende om
zoodra de kans zich voordeed op haar af te
stevenen. Maar deze gelegenheid liet zich lang wachten
misschien niet tot spijt van Halm, die zijn hart
voelde kloppen. Want Lonnie ging de stad in, steeds
achtervolgd door haar ongevraagden geleider, die zich
door niets liet afschrikkenmaar halt maakte als zij
stilstond, zijn gang naar den haren regelende.
Zij bleef voor een huis staan en schelde aan
Halm stond pal. Zij ging naar binnen Halm wachtte
wachtte een kwartier, een eindeloos half uur, drie