"®S 77 »Hola! beste jongen," riep de oude vrijer, »gooi mij die roos eens toe, welke daar ligt." De knaap keek ongeloovig naar boven. Ze is verwelkt en leelijk," zeide hij, «hier groeien veel mooiere. Zal ik daarvan een voor u plukken?" «Neen, neen," was het antwoord, »ik wil bepaald die eene hebbengooi maar omhoog." De jongen mikte, en Roberts ving behendig het kleinood op. Des middags werd hem de verloving der jonge lieden op een sierlijk geglaceerd carton medegedeeld. Hij verwonderde zich niets, toen haar naam werkelijk Marie bleek te zijn. «Zie je wel?" was het eenige, wat hij tot den spiegel sprak. Deze zwijgende en getrouwe boodschapper zou zijn plicht niet lang meer vervullendienzelfden avond klom Roberts op een stoel en nam het glas der ijdel- heid weg. ft Ge hebt zooveel reins en edels weerkaatst, dat uw oppervlak nimmer door andere beelden mag bezoedeld worden," sprak hij. Zorgvuldig werd de spiegel in een doek gewikkeld en weggesloten. Weer was het winter. Roberts zette zich in een gemakkelijken stoel bij het vuur en strekte de voeten naar de knetterende vlam men uit. Hij had zich een grogje klaargemaakt, dat nu een aangenamen geur verspreidde. V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 231