78 »Het is een aardig paartje geworden," sprak hij bij zichzelf. »Ze zijn gelukkig in hun huwelijk, daar ben ik blij om." Toen zweeg hij een poos. Daarna zeide hij«Ik heb hier toch maar een onbezorgd en vrij leven. Trouwen? Malligheid! Dat is niets voor mij!" Maar op de plaats van den spiegel hing voortaan een oude, verwelkte roos. J. L»

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 232