78
»Het is een aardig paartje geworden," sprak hij
bij zichzelf. »Ze zijn gelukkig in hun huwelijk, daar
ben ik blij om."
Toen zweeg hij een poos.
Daarna zeide hij«Ik heb hier toch maar een
onbezorgd en vrij leven. Trouwen? Malligheid! Dat
is niets voor mij!"
Maar op de plaats van den spiegel hing voortaan
een oude, verwelkte roos.
J.
L»