j
85
Tijd noch afstand zullen mij ooit u doen vergeten,"
sprak de slanke knaapen hij sloeg den arm om
Jolanthe's hals, «diep in mijn ziel ligt uw beeld!"
Hij drukte haar een kleinen dolk in de hand en
zag haar ernstig aan.
»Zoo ooit mijn trouw bezwijkt, moog' dit lemmer
in uw hand een wapen der wrake zijn!"
Zwijgend verborg zij het wapen in de zijden plooien
van haar gewaad.
II.
Rook en vlammen stegen op, woeste oorlogsbenden
doortrokken het land, rouw en wee waren alom.
Niets hadden de overweldigers gespaard, ook de kost
baarheden der tempels niet, en de glinsterende over
blijfselen der kerksieraden vulden de beddingen der
heilige wateren, die door het menschelijk bloed rood
gekleurd waren.
Wreed woedde de vijand, paleizen noch hutten
werden ontzien, en de verminkte lijken der bevolking
lagen te midden der vernielde overblijfselen van de
schoonste ketenen en halssnoerendie Golconda's
diamanten ooit tot een sieraad van een vrouwenboezem
gemaakt haddente midden der veelkleurigste tapijten,
die Smyrna's weverijen en Bagdad's bazaars ooit op
geleverd haddenDamasceensche zwaardenreuk
werken van Berbiah, rozen van Schiras en Scheba,
gouden wierookvaten en rijkgestikte priestergewaden
alles lag in wilde wanorde dooreen op de wal
mende puinhoopen. Jammerende gestalten liepen zin-