f 1 J 88 in zijn arm, liefdevol zagen haar donkere oogen naar hem op Jolanthe uitte een smartelijken kreet zij had Jafir herkend. Zacht, ongezien week zij terug en, den tuin binnensluipend, verborg zij zich achter het dichte loover van den overhangenden boom, waar onder beiden zich neergezet hadden. Duidelijk klonken de woorden uit Jafir's mond »We zullen eeuwig gelukkig zijn!" en hij drukte de schoone vrouw een kus op de lippen. Het sneed Jolanthe als een scherp zwaard door de ziel. Een zonderling vuur blonk in haar oogenkrampachtig omklemde haar hand den dolk. Eén oogenblik kwam een vreeselijk wraakgevoel in haar opzij had den trouwelooze kunnen neerstooten. Doch, één oogenblik slechts, en haar gelaat nam zijn zachte uitdrukking weer aan en zij liet den op geheven arm zinken. »Neen," sprak zij zacht, hij is immers gelukkig, wat kan ik meer wenschen?" Ze legde- het wapen aan den ingang van den tuin neder, en op haar doorwonde voeten ging ze verder, om inet een bloedend hart eenzaam haar weg door het leven te vervolgen. J.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 242