93 elkaar, reeds hebben enkele schermutselingen plaats gehad, een hoofdtreffen is weldra te verwachten. De troepen van het bedreigde land hebben een vermoeienden marsch achter den rug; voor enkele uren wordt rust genomen doch niet aan allen is deze toegekendvoor die rust moet gewaakt worden en hoewel de uitgeputte ledematen bijna den dienst weigerenwordt de vereischte postenketen vooruit geschoven. Elke man, die daarvan deel uitmaakt, weet, dat het leven van duizenden afhangt van zijn meerdere of mindere waakzaamheid, dat elke achteloos heid van zijn kant de noodlottigste gevolgen na zich kan sleepen, en hoewel de moede oogleden bijna toevallen, en de brandende hitte zijn zinnen verdooft, dwingt hij zich, nauwlettend op zijn omgeving acht te slaan. Doodelijk vermoeid leunt een der schildwachten door een gedetacheerd en post uitgezet, tegen een zwaren boomstam, en bijna gedachteloos dwalen zijn blikken over het zonnige landschap, dat zich roerloos voor hem uitstrekt; het is hem nauwelijks mogelijk de aandacht bij zijn taak te bepalen. Allerlei gedachten vervullen hem, gedachten, die ver afdwalen, naar geheel andere zaken dan die hem bezig moesten houden. Hij is nog jong, en betrekkelijk kort in dienst. Dat was een verandering, toen hij de ouder lijke woning verlaten en, in stede van spa en ploeg, het geweer ter hand nemen moest! Hij herinnert zich nog duidelijk de groote gebeurtenis: het vertrek naar zijn garnizoen. Moeder kon niet nalaten bedroefd te zijn, omdat haar jongen heen moest, en de zorgzame

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 247