409
Richard steunde het hoofd met beide handen. Nog
maals ontwaakten de tegenstrijdige gevoelens. «Misschien
heeft Frits gelijk, en is het dwaas, dat ik mijn taak
zoo ernstig opneem. En toch kan ik er mij niet
overheen zetten. Zou dat kind, dat den ernst van
het leven zoo weinig begrijpt, juist getroffen hebben?
Zou hijdie soms zoo zonderling redeneeren kannu
zijn vinger op de wonde plek gelegd hebbenzeggende
Zie, hier is, wat u schort? Hij dacht een oogenblik
na. Liefde? hij had ze nooit gekend. Zijn ouders
waren vroeg gestorven, en gedurende den korten tijd,
dat zij zij n geboorte overleefdenhad hun zorg hem
geen 'begrip kunnen geven van ware ouderlijke liefde.
Zijn vader was een ernstig, streng man geweest, en
voor zoover hij zich herinnerde, had deze zijn kinderen
nimmer geliefkoosd. Zijn moeder, die aan een sle
pende ziekte leedhad haar kinderen grootendeels
aan de zorg van anderen overgelaten. Liefde? hij had
ze nooit ondervonden. Hoe geheel anders was dat
met Frits, wiens ouders alles over hadden voor hun
kinderen en lien met voorbeeldelooze toewijding hadden
grootgebrachtLiefde voor anderen had hij nooit
gevoeld. Hij had het leven opgevat als een zware
taak, die hem opgelegd was en die hij met nauw
gezetheid, volharding en zelfopoffering wilde ten uit
voer brengenzich dezelfde strenge eischen stellend
die hij zich in 't dagelijksch leven stelde bij het ver
richten van een hem opgedragen of door hem onder
nomen arbeid. Zonder strijd geen overwinning, zonder
strijd kon hij niet tot een goed einde geraken.
Noodig als ons dagelijksch brood? Hij schudde