118
verspreidde een zacht schijnsel, dat de schoone gestalte
als in een waas van heiligheid deed uitkomen.
Toen Richard binnenkwam, keek ze naar hem,
knikte evenen zong voort. HÜ zette zich op een
laag stoeltje achter haar en luisterde. Zij zong met
een buitengewonen hartstochtwoordendie haar
anders misschien niet getroffen zouden hebben, deden
nu pijnlijke snaren trillen.
Aan de woorden gekomen:
«Krone des Lebens, Glück ohne Ruh',
Liebe, bist du! o Liebe, bist du!"
beefde haar stem en zij hield even op. Onwillekeurig
ontmoette haar blik dien van Richard in den spiegel,
welke boven de piano hing, en zij sloeg de oogen
neder. Het was, alsof zij bij instinct wist, wat plaats
zou grijpen. Richard stond op, vatte haar beide
handen en zeide hartstochtelijk: «Anna, ik heb je
lief met mijn geheele ziel! Zeg slechts één woord,
zeg, dat je van me houdt, Anna!"
Al het bloed week uit haar gelaat, zonder dat
nochtans de marmeren trekken iets van den strijd in
haar binnenste verrieden. Zij wendde het hoofd af
de slag was gevallen. Eén oogenblik duurde de zwak
heid slechts toen zeide zij kalm en duidelijk:
«Nooit! Richard, nooit!" Deze liet plotseling haar
handen losdieop de toetsen vallender een schril
accoord aan ontlokten, terwijl tegelijkertijd een hevige
donderslag de wanden deed trillen
Die man, welke nooit illusies gekoesterd had, zag
zijn droombeelden op ruwe wijze ineengeslagen, toen
ze hem slechts voor een oogenblik vervulden. Ja, de