f
-j
129
op het voorhoofd terecht, en begon zich toen zuchtend
verder aan te kleeden het was zoo drukkend warm,
en de geur der witte seringen zweefde bedwelmend in
het vertrek. Florence liet de gordijnen neer, verzette
een paar ornamenten op de piano die naar haar
kamer verplaatst was, omdat Emilie niet speelde, en
mevrouw het gerammel in de zitkamer niet velen kon
en blies hier en daar het stof van een vaasje, een
portret; daarna ging ze heen. Zij opende even de
deur van de tuinkamer, en riep om den hoek: «Ik
ga naar de stad, moeder, tot van middag!" Toen
belde ze aan bij de buren Villa Johanna en
vroeg of juffrouw Francoise thuis was; deze verscheen,
vroolijk lachend ze wilde ook juist naar de stad
gaan even haar hoed opzetten en klaar was ze.
Wat een warmte! Ze zouden maar rijden, en
weldra voerde een open tramdie juist klaar stond
haar beiden naar de stad.
Florence sprak niet veel onderweg, en keek naar
de voorbijgangers, de huizen Voor een der villa's
stond een jongmensch, die, langzaam aan zijn bruine
snor draaiend, naar de voorbijgangers tuurde. Toen
de tram langs reedboog hij zich licht vooroverkeek
scherp toe, en groette toen levendig met den stroohoed.
Florence bloosde even en knikte vroolijk lachend; de
herinneringen aan den pic-nic van de vorige week
kwamen weer bij haar op die Max was toch een
opgewekte, aardige jongen, en ze dacht er over, dat
ze in lang geen visite bij de ten Hagen's gemaakt
had
9