m Na tafel ging men in den tuin. George en Emilie wandelden in het achtergedeelte en keken naar de goudvisschen. Florence zette zich naast Francoise op een lagen divan in de veranda ze waren wat moe van het gedrentel in de stadmen raakte het hier buiten zoo afgewendveel menschen om zich heen te zien en ze dronken langzaam de koffie uit het miniatuur Sèvres, niet veel sprekend, nog vol van allerlei gedachtenFlorence kon maar niet nalaten aan den pic-nic te denkenenonder den invloed van een goed diner, zich koesterend in de nog warme stralen van de avondzon, sloot ze de oogen, zacht dommelend, en vol van prettige herinneringen, tege lijkertijd toch lachend om zichzelf, zulke voorstellingen te maken van dingendie misschien nimmer werkelijk heid zouden worden. Ze schrikte op, toen Francoise haar aanstootteHelaFloreword eens wakkerWat houdt je zoo ingespannen bezig? Er is bezoek voor je!" Ze hoorde stemmen in de gangen een daarvan welbekend, boven allen uit, zilverhei, in klaterende vroolijkheiddie van Emma Höllinger, een der huis vriendinnen. Ze kwam dikwijls eens aanwippenwan neer ze lust had en altijd bracht ze haar onveranderlijke opgeruimdheid meesteeds had ze iets nieuws te ver tellen en was daarom altijd welkom. »Dag menschen, hoe maak jullie het!" was haar entree. «Zoo, Florewaar holde jij van middag zoo gauw naar toe? Ik stond bij Sandberg, den goudsmid, en zag je voorbij vliegen met Francoise, en of ik al tegen de ramen tikte en wenkte, je deed natuurlijk, alsof je me niet zag!"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 288