153 moe; de meer dan lompe manier, waarop u over hem, zelfs in tegenwoordigheid van anderen, spreekt, kan ik niet verdragen. Ik wil 't niet langer aanhooren, ik verkies het niet!" Ze was heesch van toorn, en vreezend meer te zullen zeggendan wel te pas kwam, verliet ze het vertrek, de deur achter zich dichtwer- pend. Op haar kamer gekomen, wierp ze zich luid snikkend op haar bed. »Ik kan zulk een behandeling niet langer dragen," riep ze uit, «ik kan het niet, ik wil het niet!" En opstaande, stampte ze met den voet op den vloer en streek ruw de haren uit de betraande oogen. «0, Max, Max! wanneer je eens wist, wat ik voor je lijden moet! Je zou het niet verdragen, je zou het niet dulden. Ik weet, dat je van me houdt, ik weet het, al zei je het nooit o Godwaarom moest het zóó afloopenwaarom waarom Zoo schreide ze voort, in haar razernij alles uit- stootend, wat haar op de lippen kwamDe avond viel, het werd donker op haar kamer en stil in huis; ze hoorde haar moeder naar boven gaan, en haar deur sluiten. Een oogenblik voelde ze medelijden met de arme, zieke vrouw, die ze geheel zonder hulp, en buiten twijfel in zenuwachtigen toestand had alleen gelaten maar haar toorn, haar smart behaalden de overhand, en opnieuw gaf ze zich daaraan over. Het was middernacht, het sloeg één uur, half twee, en nog lag ze in dezelfde houding vóórover op haar kussenelke seconde doortrilde een snik haar lichaam. Eindelijk overwon de slaapen ze sliep gedurende ééntwee uren onrustig en zwaarBij het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 307