155
De frissche morgenlucht verkoelde de koortshitte
van haar brandende slapen, en ze stapte snel door in
de richting van het station. Na aldaar eenige oogen-
blikken gewacht te hebbenhoorde ze den trein in
de verte aankomenen daarna snuivend en stampend
voor haar stilstaan. Er waren niet veel menschen in
ze trof een leege coupé en zette zich in een hoekje
neer, het hoofd geleund tegen de gecapitonneerde
kussens. De bel weerklonk, de stoomfluit gilde en
voort ging de treinhaar medevoerend ver van haar
omgeving, die haar hinderde, ver van huis, maar
ook ver van hem, die geheel onwetend was van haar
onbesuisd vertrek en verpletterd zou staanwanneer
hij het hoordeEén oogenblik had ze berouw
van haar onbezonnen daad, en noemde ze zich laf,
dat ze den zwaren last niet durfde dragen, en hem,
dubbel zwaar, op de schouders van hém alléén schoof
maar weldra stond het bij haar vast, dat het zoo
blijven moest, want ze begreep, dat, al zou ze zich
misschien ditmaal nog hebben kunnen bedwingendit
slechts voor kort zou geweest zijnen de uitbarsting
vroeg of laat toch had plaats gegrepen.
VIL
Een venster op de tweede verdieping van Villa
Bijou werd geopend, en een hoofd, dat van Max ten
Hagen, werd naar buiten gestoken. Het was een
zonnige, frissche Augustusmorgen; de lucht was zoo
blauw en de vogels zongen zoo lustig, dat het bijna
ongeloofelijk was, hoe dezen zelfden morgen de onge-