156 lukkige Florence somber en eenzaam die bloeiende dreven verlaten bad. Weinig dacht ook Herman daar aan die nog te bed lagen knorrig aan zijn broer vroeg, waarom hij op den vroegen morgen al zooveel leven maakte. »Wel, je bent toch niet vergeten, dat we Florence gevraagd hebbenom mee te gaan roeienen dat we vroeg zouden gaan, omdat het anders zoo warm is?" Herman was nu geheel wakker, en zat op den rand van zijn bed. «Dat is waar ook, dan zal ik mij gauw klaarmaken!" Max was al met zijn toilet gereed, en ging naar de ontbijtkamer, waar zijn vader de courant zat te lezen. «Goeden morgen, papa," zei Max, zich aan tafel zettenden daarna zweeg hijhij stelde zich veel van dat roeitochtje voor Toen Max van tafel opstond en zijn hoed greep, zag de heer ten Hagen van het nieuwsblad op, en vroeg: «Waar ga je heen, Max?" Deze keek verbaasd zijn vader aan, niet begrijpend, waarom deze zich zoo voor dit onderwerp scheen te interesseeren. «Wel, ik wilde even gaan vragenof Florence al klaar was om mee te gaan roeien." «Juist", sprak de heer ten Hagen, «dat dacht ik wel. Ik wilde je daarover wel eens spreken. Je hebt, niet alleen in de laatste dagenmaar al geruimen tijd veel werk gemaakt van Florence. Natuurlijk neem ik je dit volstrekt niet kwalijk. Ik kan best begrijpen dat het meisje je veel belangstelling inboezemten wanneer je eens kwaamt te trouwenzou ik voorzeker de laatste zijn, die mij tegen een huwelijk met haar zou

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 310