t
J
160
en daar zijn studies voort te zettenin het bruisende
leven dier woelige stad zou hij te veel geoccupeerd
zijn met zijn omgeving en zijn arbeid, om aan andere
dingen te denken. Max zag op eens een lichtstraal
van hoop bij dit voorstel. Wanneer hij in Parijs was,
zou hij vrij zijn; hij zou kunnen gaan, waar hij wilde;
en hij greep het voorstel met beide handen aan. Doch
één verbindende voorwaarde werd gesteldde heer
Ten Hagen, die zijn zoon geheel doorzag, schreef aan
een zijner vakgenooten, den heer Rubaix, eigenaar
eener groote ijzergieterij in de omstreken van Parijs,
of hij den jongen man als volontair op zijn fabriek
wilde plaatsen: zoodoende kon hij van diens doen en
laten op de hoogte blijven. Dit verdroot Max eenigs-
zins, maar hij dorst nu niet terugkrabbelen en hij ging.
In Parijs aangekomen, installeerde hij zich op een
paar ruime kamers van den faubourg St. Baptiste. De
eerste dagen trok het nieuwe van zijn toestand hem
aan, maar op den duur voelde hij zich niet thuis. Hij
had wel enkele kennissen in Parijs, jonge, vroolijke
menschendie ruimschoots van het leven genoten
maar hun omgang beviel hem niet. Elke scherts
ging hem slecht af. 's Morgens ging hij werktuigelijk
naar de gieterij de wielen draaiden en gonsden om
hem heen, de hamers vielen donderend neer, de
zuigers hijgden zwoegend in en uit, het gestamp en
gesnuif der machineshet ratelen der wentelende
raderenhet knetteren der reusachtige vuren verdoofde
hem, en voor een oogenblik verdoofde ook zijn leed,
en kon hij dan de aandacht bij zijn teekeningen
houdenen automatisch bewogen passer en pen zich