164
te luisteren," zei ze zacht, «waarom heb je dat gedaan,
waarom
Florencein 's hemelsnaamwaartoe toch die schei
ding Vertel mij alleswat er gebeurd isalles,
Ik kon niet langer wachten, ik kon niet, ik moest je
zien, ik moest in je trouwe, heldere oogen zien en
lezenik moest je spreken en je alles vragen en ver
tellen. Je hebt me gemarteld door je zwijgen, je hope
loos zwijgen. en ik hield toch zooveel van je, zoo
innig veel. hij greep haar hand, en overdekte die
met kussen zij liet hem begaanze was geheel
overwonnen. Want hoe ze gestreden had in die som
bere droevige dagenhet was haar niet mogelijk
geweestde zege op zichzelf te behalenen telkens
als ze schreef: «Vergeet mij, denk niet meer aan
mij," klonk het in haar boezem: «Heb mij lief!"
en als haar hand de woorden spelde: «Tracht mij
nooit meer te ontmoetenontvlucht mijverver
weg" dan tikte het in haar binnenste: «Kom,
kom aan mijn borst, rust in mijn armen, en geef me
alleswat ik heb moeten ontberenvergoed me alles
wat ik heb moeten lijden
«Ik heb je zoo lief, Max!" fluisterde ze zacht, bijna
onhoorbaar en ze streek met de hand langzaam
over zijn donkere haren, «ik heb je zoo lief...." en
in die oogenblikken was ze gelukkig, en de weelde
van dit samenzijn deed haar een wijle alles vergeten,
alsof er geen leed, geen pijniging bestond
«Florence," trilde het in zijn stem, «je houdt zóóveel
van me, en waarom verliet je me dan, waarom deed
je me zooveel verdriet?"
Al de werkelijkheidde geheele ontnuchterende