169 snikkend, deemoedig onderworpen. «Moeder!" sprak ze zacht.De zieke opende de oogen bij die wel bekende stem en bewoog zich evenals bewijsdat zij haar dochter herkend had. Deze vermocht niets uit te brengen zij weendemet het hoofd verborgen in de dekens. De stervende opende den mond, en met veel inspanning gelukte het haar te spreken. «Je hebt me veel verdriet gedaan, Florence!" Zacht als een ademtocht, nauw hoorbaar klonk haar stem. Met gebogen hoofd wachtte de boetelinge den slag. «Ik heb je iets te vragen", ging haar moeder voort, «het zal niet lang meer met mij duren, beloof mij, Florence, mijn laatsten wil niet te ontheiligen, en wanneer Florence hield den adem inal haar kracht verzamelend om de volgende woorden waarvan elk haar trof als een geeselstriemte door staanen de gevreesde slag viel: duidelijk, letter voor letter, was haar plicht haar opgelegdwanneer Eduard Werner haar hand vroeg, zou zij hem het jawoord gevenom haar moederswilleen zij be loofde het, dof berustend, machteloos tegenover het onvermijdelijke. Eenige oogenblikken daarna had de oude vrouw den laatsten adem uitgeblazen. Voorbij was dat leven van toomeloozen trotsgevoed door een egoïsme waaraan alles ten offer moest worden gebracht, al stond het geluk van haar kind op het spel. IX. George en Emilie haddenvan hun huwelijksreis teruggekeerd, hun intrek in den Haag genomen, waar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1892 | | pagina 323