CLII
Goede raad was duurdoch ook hier werd zij
gevonden en terwijl de noodige dubbel- en tusschen-
posten werden achtergelaten om voeling te houden
met de Staatsspoor, die nog steeds onzen goalkeeper
moest aanvoeren, begon te l1/, uur ongeveer een
algemeene volksverhuizing van spelers en toeschouwers,
langs de Koningskade naar den Oud-Wassenaarschen
weg, waar een veld van den heer Van der Kuilen
den bannelingen een asyl aanbood. Dat deze ruil van
terrein gunstig wasdurven wij niet zonder eenig
voorbehoud te bewerenéén enkele oogopslag toch
was voldoende om te ziendat de oostelijke vleugels
van de beide partijen voortdurend in beweging zouden
moeten blijvenwilden zij niet het gevaar loopen
stilstaande, statig in den modder te verdwijnen. Maar
enfin, wij waren blij dat de wedstrijd ten minste kon
doorgaan.
Daar het reeds laat geworden was, ging men snel
tot het uitzetten van het veld over en maakten de
spelers zich gereed. Onder die bedrijven was inmiddels
de zooeven genoemde achterwaartsche voeling verloren
gegaan (slecht gedisciplineerd is een «Cadet met ver
lof"), zoodat de goalkeeper, in den Haag aangekomen,
den koers kwijt raakte en dien dag niet meer terecht
kwam. Een der belangstellende Cadetten-toeschouwers
viel voor hem inbeide partijen misten nu nog één
speler, zoodat de strijd met tien tegen tien begon.
De Adelborsten-Vereeniging Concordia bracht Arendse
de Wolff, Quant, Van Rees, Zeenen en Beijnen als
forwards; Arriens en De Heerens als half backs; De
Roo en Boeke als backs en Van Santen als goalkeeper
in het veld; Gruschken ontbrak.