f
i.
j
CLIV
steeds zoo schitterend verlichte stad Breda;" niet
omdat ze zoo verheugd warendat ze weer in 't zoele
zuiden waren aangekomenwant zóó koud was de
laatste winter niet en zóóveel aantrekkelijks bezit de
Academiestad niet voor de meerderheid der cadetten,
maar als een welgemeende verzuchting, dat Goddank
die reis achter den rug was.
De dooi had vele heerlijke illusies voor het verlof
weggenomenen na die gezellige dagenthuis door
gebracht bleef de winter ons dokken met een niet
al te koude temperatuur, doch hij gaf ons veel sneeuw,
wat in Breda echter geen bezwaar oplevert, daar de
gemeentereiniging ze altijd zorgvuldig en zoo spoedig
mogelijk door de zon doet opruimen
Daar zaten we weer op de amusementzaalsuffende
over onze boeken, terwijl onze gedachten ver, ver
weg waren en voor onze benevelde oogen velerlei
zoete droombeelden opdoemdenheerlijke herinneringen
aan de genietingen van het Kerstverlof en men genoot
nog eens al dat vervlogen en kortstondige geluk, en
men troostte zich met de gedachte: de tijd vliegt,
als men zich maar met iets kan amuseeren.
Kwam er dan geen amusement Neenlezermaar
wat zeg ik? Ja, toch! Daar stond het op den
publiekmakerop de deurendaar ging de feestinare
van mond tot mond, daar ruischte het langs de
corridors, die vreugdekreet, uit driehonderd keelen
geuit: Boltini komt!!
Men vermaakte zich op naïve en hoogst leerzame
wijze en men vergat voor een tijd de omgeving,
waarin men leefde, terwijl de verbeelding van den