J CLXIII elkander aangehevenging het feest vrijwel als een nachtpitje uit; als laatste knetteren van de stervende vlamkan de speech van den captain van Quick beschouwd wordendie met den President zich even naar het dessert van de in Breda dineerende Rotter dammers had begevenom daar door hunne tegen woordigheid te toonendat al hadden wij ook geen deel aan hun maaltijd kunnen nemen, dit niet door onwil was en de Vereenigingen in de beste verstand houding waren gescheiden. Daarna vond 's avonds genoemde captain de Spartanen aan het station weer. Hier werd ons een spoedige revanche beloofd, welke belofte wij gaarne aannamenin de hoop dat wij dan het vele wat wij bij dezen wedstrijd geleerd hadden (vooral hoe het niet moet) misschien met eenig succes in toepassing zouden kunnen brengen. Zoo eindigde dus ook deze dag met een »tot weerziens." Niet lang na den football-wedstrijd werden wij op de alleronaangenaamste wijze verrast door het bezoek van de gevreesde cholera in de Academiestadwaarvan het gevolg was, dat de jonkers maar stilletjes thuis moesten blijven. Gelukkig wisten we het ons sinds dien tijd maar recht gezellig in te richten. Den eersten Zondagavond gaf de Letterkundige Ver- eeniging een, in de haast ingestudeerd, programma, waarvan alle nommers veel bijval vonden; terwijl Excelsior twee zangnummers uitvoerde, waarvan vooral éénwegens de komische wijze van voor dragen, luide werd toegejuicht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1893 | | pagina 171