CCII
Thans, nu Chili wederom de zegeningen van den
vrede kan genietenheeft zij haar taak volbrachtdoch
haar rest nog de eervolle verplichting haar mandaat
in handen van 's lands vertegenwoordigers neder te
leggen en hunne bijzondere aandacht te vestigen op de
reorganisatie van leger en vloot, als zijnde deze drin
gend noodzakelijk."
Regeeringspaleis te Santiago 3 November 1891.
w. g.
Jorje Montt, Waldo Silva, Ramon Barros Luco.
Den lOden November had met de meeste plechtigheid
en onder het gejubel der bevolking van Santiago de
opening van het Congres plaats.
De Senaat begon met te besluiten, dat Don Jorje
Montt, inmiddels tot Vice-Admiraal bevorderd, voor-
loopig met de uitvoerende macht belast bleef, totdat
de definitieve benoeming van een nieuwen President
zou volgen.
Als Voorzitter van den Senaat en de Kamer van
Afgevaardigden traden op, Waldo Silva en Ramon
Barros Luco, terwijl op den 18den November de
keuze van den nieuwen President geschiedde.
Met algemeene stemmen werd tot de hoogste waardig
heid in den Chileenschen Staat verhevende stout
moedige Admiraal Montt.
En ten slotte nog de mandie niet door vaderlands
liefde., maar slechts door plichtsbesef gedreven, den
opstandelingen zijn hulp aanboodtoen nog geen licht
straal door de duistere toekomst schemerde en de
kans om te overwinnen meer dan twijfelachtig scheen,