f-
CCIII
hem bevorderde de Senaat tot Generaaldoch
oneindig meer dan dat, hem brengt het Chileensche
volk nog voortdurend de ondubbelzinnigste bewijzen
van erkentelijkheid en sympathie.
Als 's morgens de overwinnaar bij Concon en Placilla
in zijn eenvoudige velduniform zich te voet van zijne
woning door de straten van Santiago naar het Generale
Stafgebouw in de Alameda begeeft, dan gaat hem
niemand, voorbijdie niet met ontzag opziet naar da
heroïsche figuuraan wiens wilskracht en talenten
Chili zijne vrijheid te danken heeft.
Wij vinden in zijne donkere, diepliggende oogen,
hoog gewelfd breed voorhoofd en sterk gebouwde kin
niet het zielvolle Apollo-gelaat terug, dat de edele
verschijning van zijn gevierden voorzaat kenmerkt.
Krachtige mannelijke trekken vertoonen ons zijn beelte
nis, prijkend in de salons der aanzienlijke zoowel als
in de hutten der arme Ghilenen.
En hij is een manin den schoonsten zin des woords
die alles in zich schijnt vereenigd te hebbenwat eens
Theodoor Körner's lier van «Treue und Mannerwürde"
zong.
«Heil ons Chilenen", aldus schreef kort na de
revolutie het Dagblad van Valparaiso dat wij tot
voorbeeld een tijdgenoot hebbenzooals deze Chevalier
sans peur et sans reproches, «Viva Körner", heil
Chili's Bayard.
K. M. A.November '92.
J. C. v. S.