j3lJ HET jP ORTRET.
»Ik maak van deze gelegenheid gebruik, U de ver
zekering te gevendat door dit verzoekmi] door het
Cadettenkorps een blijk van waardeering en sympathie
is gegeven, waarvoor ik ten hoogste gevoelig ben."
Zoo schreef ons, onder meer, de Dirigeerend officier
van gezondheid 3de klasse J. J. Hoogeboom in antwoord
op ons verzoekdit jaar zijn portret in onzen Almanak
te mogen opnemen. Bijna vreemd klonken ons die
woorden in de oorenhoe toch konden wij aanspraak
maken op eenige gevoeligheid voor dit blijk van waar
deering en sympathie, zoo eenvoudig, zoo natuurlijk,
zoo vanzelf sprekend. Had al niet veel eerder dat
blijk gegeven moeten worden, daar, waar het gevoel
zelve al zoolang en in zoo hooge mate aanwezig was?
Want ja! wij waardeeren onzen Dokter! Moeilijk
zouden wij ons zijn beeld voor den geest kunnen
roepen zonder daarbij te denken aan al die opoffering
en toewijding, zooals wij die steeds door hem zagen
tentoongespreid.
En sympathie? Waar wij met hem in aanraking
kwamen, wekte hij ze op, en ware het mogelijk
geweest, dat hij de serenades in het laatste kamp bij
Teteringen gebracht, de eene, de andere in geestdrift
-ss^öësss