VADERLANDSCH LIED.
'S
FRAGMENT
UIT EEN
za^ 'tooit wagen, Neerland, aan
Het Vorstelijk Oranje, 't vlekloos wit,
Of 't hemelkleurig blauw van uwe vlag,
Die zich ontplooit op 'tWest en 't Oostersche bezit,
Vijandig zijne hand te slaan?
Wie is er, die zich ooit vermeet
Het wapen op te vatten, om den voet
Te zetten op 't gebied, door 't voorgeslacht
Ontrukt aan 'tzeegewoel, gekocht met goed en bloed,
En rijk gemaakt door eigen zweet?
Wie durft met schendend oog den blik
Te richten naar den troonwaar de Eerste Vrouw
Van 't rijkwaar Neerland's dierste schat de hand
Aan 't roer geslagen houdt, en die aan 't volk haar trouw
Verpand heeft tot den laatsten snik?